Knijpkaarten (telactiviteit winter)

Deze knijpkaarten zijn te gebruiken tijdens een grote of kleine kringactiviteit. Je kunt met de kaarten differentiëren doordat je elk kind een kaart op zijn/haar eigen niveau aan te bieden. Gebruik ‘sneeuwballen’ tijdens de telactiviteit. Gooi een x aantal sneeuwballen op de tafel/grond. Hoeveel heb ik er gegooid? Zet de knijper bij hetzelfde getal. Heb je dat gedaan, dan draai je knijpkaart met knijper om, dan ziet de leerkracht dat je klaar bent. Tel dan samen één voor één de sneeuwballen. Geef aan op de kaart waar de knijper moest staan, de leerlingen controleren op hun eigen kaart.

De kaarten bevatten de getallen tot 12 (ook in vingersymbolen). Mocht het getal te hoog zijn voor jouw groep? Knip dan tot het getal dat je wilt aanbieden.